Een poosje geleden vroeg een parochiane mij: "Waarom hebben wij in onze kerk geen beeld van Antonius. Ik heb iets belangrijks teruggevonden op voorspraak van Antonius en nu wil ik wat geld geven maar ik zou niet weten waar"."> Een poosje geleden vroeg een parochiane mij: "Waarom hebben wij in onze kerk geen beeld van Antonius. Ik heb iets belangrijks teruggevonden op voorspraak van Antonius en nu wil ik wat geld geven maar ik zou niet weten waar"." /> Pancratiusparochie Sloten - Nieuws

Pancratiusparochie Sloten






Delen:
meld deze pagina op Twitter meld deze pagina op Facebook
Volgen:
link naar de RSS Feed van de laatste nieuwsberichten volg Pancratiusparochie op Twitter volg Pancratiusparochie op Facebook

Preek pastoor Theo Bankras - 29 september 2013

Amos 6, 1 + 4 – 7 / Lucas 16, 19 - 31

gepubliceerd: maandag, 30 september 2013
Preek pastoor Theo Bankras - 29 september 2013

Een poosje gele­den vroeg een pa­ro­chi­ane mij: "Waarom hebben wij in onze kerk geen beeld van Antonius. Ik heb iets be­lang­rijks terug­ge­von­den op voor­spraak van Antonius en nu wil ik wat geld geven maar ik zou niet weten waar".

Wel, wij hebben een beeld van een Antonius achter in onze kerk. Als u binnen komt rechts. En wat u uit dank voor het terug­ge­von­dene geeft, gaat naar onze mis­sio­na­rissen.

Onze Antonius heeft het Jezus kind op zijn arm met een bijbel. Jezus, het vleesgewor­den Gods woord. Dat is de afbeel­ding van Antonius van Padua.

Er is nog een Antonius. Die was abt en een vurig predi­kant. Hij preekte vooral sober­heid. Hij wordt afge­beeld met een bel in zijn hand en aan zijn voeten een varken. Dat varken ver­beeldt de vraat­zucht, de heb­zucht en de bel wordt geluid als waar­schu­wing daartegen.

In de lezingen wordt vandaag aan de bel getrokken. Aller­eerst door Amos. Hij zag het wrange verschil russen de rijken en de armen. Hij verwijt de rijken dat zij zich niet bekommeren om de armen. Ze kijken niet ver­der dan hun rijke neus lang is.

En zoals vorige week­ein­de: Amos houdt een don­derpreek en zegt: "Wacht maar, nog even en het is uit met jullie luilekkerlandleven. Jullie gaan in balling­schap".

Ze zijn echter niet alleen blind door hun rijkdom maar ook ook nog doof voor Amos en andere profeten.

In het evan­ge­lie trekt Jezus aan de bel. Hij doet dat middels een parabel. De rijken, dat zijn de rijken waar Amos het ook over heeft, de rijken hebben bij God geen naam. Ze zijn bij de mensen bekend genoeg. Bij God hebben de armen wel een naam: Lazarus. Die naam betekent: "God helpt". En Jezus besluit zijn parabel met de vervulling van Gods belofte: Aan Lazarus wordt recht gedaan. Hij wordt in Gods liefde opgeno­men. En de rijke moet deze liefde ontberen.

Beiden, Amos en Jezus, willen ons waar­schu­wen: "Kijk uit voor heb­zucht en het streven naar steeds meer geld en bezit". "Kijk uit als je het rijk hebt, want het kan je blind en doof maken voor de armoede, de armen. Amos, de profeten en Jezus verwijten niet de rijke, rijk te zijn. Zij verwijten hen blind­heid en doof­heid voor de ellende van de armen.

Wij wor­den door hen opge­roe­pen onze ogen niet te sluiten en onze oren niet dicht te stoppen voor het verdriet, de pijn, de ellende van anderen.

Het is vandaag de laatste dag van de Vredesweek. Echte vrede is er pas als er ook echte be­trok­ken­heid is onder ons, als er echt meeleven is, als er van harte gedeeld wordt.

Echte vrede ont­staat pas als wij elkaar van harte alle goeds toewensen, omkijken naar elkaar.

Mogen wij mensen blijken die het woord van de profeten ter harte nemen, die echt com­mu­ni­ce­ren met de verrezen Heer Jezus. Mogen Hij ons steeds meer bezielen om in Zijn Geest te leven.

Lezingen zijn na te lezen op Bijbel.net